Nieuwsbrief 2023-02
/sites/default/files/Nieuwsbrief%202023.02.pdf
‘btw medecontractant’ – werk in onroerende staat
Elke ondernemer in de bouwsector kent wel het systeem van ‘btw medecontractant’. Wanneer een btw-plichtige factureert voor werken in onroerende staat aan een andere btw-plichtige dan mag er geen btw op de factuur vermeld worden. Er moet wel een verplichte vermelding op de factuur komen. Vroeger was dat: “Belasting te voldoen door de medecontractant, koninklijk besluit nr. 1, art. 20”. Ondertussen is die melding al jaren vereenvoudigd naar “Btw verlegd”. En nu is die melding opnieuw aangepast.
De “werken in onroerende staat” worden omschreven in artikel 19, § 2 Wetboek btw. Het gaat dan om “het bouwen, het verbouwen, het afwerken, het inrichten, het herstellen, het onderhouden, het reinigen en het afbreken, geheel of ten dele, van een uit zijn aard onroerend goed, en de handeling die erin bestaat een roerend goed te leveren en het meteen op zodanige wijze aan te brengen aan een onroerend goed dat het onroerend uit zijn aard wordt.” Het plaatsen van bijvoorbeeld verlichtingsarmaturen of elektrische toestellen in een keuken geldt niet als werk in onroerende staat.
Het systeem van ’btw medecontractant’ werd ingevoerd om de voorfinanciering van de verschuldigde btw te vermijden. Bouwheren en aannemers werden daar voordien vaak mee geconfronteerd aangezien ze door de soms lange betaaltermijn op hun facturen de btw al moesten betalen aan de overheid voordat ze die zelf hadden ontvangen. Het principe van het systeem ‘btw-medecontractant’ is dat de klant zelf de verschuldigde btw via de btw-aangifte aangeeft in plaats van de leverancier en die btw meteen ook in aftrek neemt. Die aftrek kan natuurlijk wel aan beperkingen onderhevig zijn (gemengde btw-plichtige, beperkt beroepsgebruik, vrijgestelde kleine onderneming, …). En het juiste tarief is dus ook te bepalen door de klant zelf.
Vanaf 01/01/2023 is de melding “Btw verlegd” eigenlijk vervangen door een notificatieplicht. Voortaan moet de volgende tekst op de factuur komen:
“Verlegging van heffing. Bij gebrek aan schriftelijke betwisting binnen een termijn van één maand na de ontvangst van de factuur, wordt de afnemer geacht te erkennen dat hij een belastingplichtige is gehouden tot de indiening van periodieke aangiften. Als die voorwaarde niet vervuld is, is de afnemer ten aanzien van die voorwaarde aansprakelijk voor de betaling van de verschuldigde belasting, interesten en geldboeten.”
Voor klanten die met facturatiesoftware werken, zal het misschien nodig zijn om daarin de nodige aanpassingen te voorzien.
De reden voor de wijziging is te vergelijken met die bij de afschaffing van het attest ter verantwoording voor de toepassing van het tarief van 6% btw. Het doel is om de klant te wijzen op zijn aansprakelijkheid bij een verkeerde toepassing van het systeem ‘btw-medecontractant’. Er geldt voortaan dus een verplichting van de klant om zijn leverancier te informeren wanneer hij niet voldoet aan de voorwaarden om te factureren met verlegging van heffing. Er waren immers regelmatig problemen in situaties waar de klant wel een ondernemingsnummer heeft, maar geen btw-nummer en dus geen periodieke aangiftes indient.
DISCLAIMER
Onze nieuwsbrieven geven een stand van zaken weer en zijn louter informatief. Deze informatie mag niet als juridisch of fiscaal advies of advies van om het even welke aard worden beschouwd. Behoedzaamheid is aangewezen bij de interpretatie en de toepassing van de verstrekte informatie, onder meer vanwege de frequente wijziging van de juridische en fiscale wetgeving in deze materie.