Nieuwsbrief 2023-11
/sites/default/files/Nieuwsbrief%202023.11.pdf
Verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting
De vennootschapsbelasting is een belasting die wordt geheven op de belastbare winst van vennootschappen (en sommige andere rechtspersonen) na aftrek van alle kosten en rekening houdend met bepaalde fiscale correcties. Sinds 01/01/2018 kent het toenmalige Zomerakkoord zijn eerste concrete uitwerkingen. Eén van de opvallendste wijzigingen daarvan was de hervormde vennootschapsbelasting. Het vroegere basistarief van 33,99% werd verlaagd naar 2 nieuwe tarieven. Een nieuw basistarief van 25% en een verlaagd vast tarief van 20% dat van toepassing is onder bepaalde voorwaarden.
Indien de vennootschap voldoet aan alle voorwaarden dan is er dus een verlaagd tarief van 20% op de eerste schijf van 100.000,00 EUR belastbare winst. Op het deel van de belastbare winst hoger dan 100.000 EUR wordt het basistarief van 25% gerekend. In de aangifte vennootschapsbelasting moet expliciet aangeduid worden dat de onderneming recht heeft op dat verlaagd tarief.
Gezien het belang en de vragen hierover, bespreken we hier kort alle voorwaarden voor het verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting (art. 215 WIB92):
1. Geen financiële vennootschap
De vennootschap mag geen financiële vennootschap zijn. Een financiële vennootschap is een vennootschap die aandelen bezit van andere ondernemingen of geldbeleggingen voor een totale aanschaffingswaarde van meer dan 50% van het eigen gestorte kapitaal, verhoogd met de belastbare reserves en geboekte meerwaarden. Deelnemingen van meer dan 75% hoeven niet meegerekend te worden.
voorbeeld:
- gestort kapitaal : 30.000,00 EUR
- belaste reserves: 55.000,00 EUR
- aanschafwaarde aandelen: 60.000,00 EUR
In dit geval gaat het om een financiële vennootschap want 60.000,00 EUR is meer dan 42.500,00 EUR ((30.000,00 EUR + 55.000,00 EUR) x 50%).
2. Kleine ondernemingen
Alleen kleine ondernemingen profiteren van het verlaagde belastingtarief. En een vennootschap is klein als twee van de volgende criteria gedurende twee opeenvolgende boekjaren niet wordt overschreden (art. 1:24, §1-6 WVV):
- gemiddeld jaarlijks personeelsbestand: 50
- jaaromzet (exclusief BTW): 9.000.000,00 EUR
- balanstotaal: 4.500.00,00 EUR
Bij een nieuwe vennootschap moeten de cijfers aan het begin van het boekjaar ingeschat worden. Het financieel plan is daarvoor natuurlijk het aangewezen instrument.
3. Minimumbezoldiging bedrijfsleider
De vennootschap moet aan één van de bedrijfsleiders een bezoldiging (inclusief VAA) van minimum 45.000,00 EUR uitkeren. Die bezoldiging mag toch lager zijn als ze minstens gelijk of hoger is dan het belastbaar inkomen van de vennootschap.
Let wel op: het belastbaar inkomen is, omwille van fiscale correcties, zelden gelijk aan het boekhoudkundig resultaat. Bovendien kan dat belastbaar inkomen bij fiscale controle aangepast worden wat natuurlijk een risico op het verlies van dat verlaagd tarief met zich mee kan brengen als er gemikt wordt naar het belastbaar inkomen dat onder de 45.000 EUR blijft.
Startende vennootschappen zijn gedurende hun eerste vier boekjaren vrijgesteld van deze voorwaarde van minimumbezoldiging.
4. Meerderheid aandelen in bezit van natuurlijke persoon
Meer dan 50% van de aandelen van de vennootschap moet in bezit zijn van een natuurlijke persoon. De aandelen mogen dus niet voor meer dan de helft in handen zijn van een andere rechtspersoon. Dit kan bewezen worden aan de hand van je aandelenregister of UBO-register.
5. Erkende beleggingsvennootschappen, gereglementeerde vastgoedvennoot-schappen en pensioeninstellingen
Alle erkende beleggingsvennootschappen, gereglementeerde vastgoedvennootschappen en pensioeninstellingen zijn uitgesloten van het verlaagd tarief vennootschapsbelasting.
Onze nieuwsbrieven geven een stand van zaken weer en zijn louter informatief. Deze informatie mag niet als juridisch of fiscaal advies of advies van om het even welke aard worden beschouwd.
Behoedzaamheid is aangewezen bij de interpretatie en de toepassing van de verstrekte informatie, onder meer vanwege de frequente wijziging van de juridische en fiscale wetgeving in deze materie.