Nieuwsbrief 2016-11
/sites/default/files/nieuwsbrief%202016.11_0.pdf
Dakisolatie betaald door een derde: hoe zit het met de belasting-vermindering?
De uitgaven voor energiebesparing werden de laatste jaren door diverse regeringen fiscaal aangemoedigd. Hetzelfde geldt voor investeringen voor beveiliging. Deze uitgaven gaven recht op belastingvermindering.
De belastingadministratie heeft in het kader van al die belastingverminderingen altijd beweerd dat ze maar konden worden toegestaan in zoverre ze betaald waren door de belastingplichtige die de aftrek vroeg. Dus als ouders de factuur van de dakisolatie van de woning van hun zoon bekostigen, kon deze laatste de vermindering niet vragen.
Dezelfde situatie als twee broers een woning hadden geërfd en beslisten om het dak te isoleren, maar slechts een van hen de factuur van de aannemer betaalde, en zijn broer hem zijn deel terugbetaalde. En zelfs als een van de samenwonenden die afzonderlijk worden belast de factuur van de aannemer voor de gemeenschappelijke woning betaalde.
Er zijn heel wat zaken voor de rechtbank gekomen en hieruit is duidelijk gebleken dat de argumenten van de administratie geen steek houden .Daarom stelde een parlementslid een vraag aan de minister van Financiën over deze kwestie (Parl. Vraag nr. 291 van de heer Benoît Piedboeuf van 21.04.2015).
Minister van Overtveldt antwoordde dat de administratie het geweer van schouder had veranderd en dat op grond van de analyse van deze rechtspraak de toekenning van de vermindering niet meer zou worden geweigerd als de betrokken uitgaven betaald waren door een derde die handelde in naam van en voor rekening van de debiteur. Het standpunt van de administratie werd dus in die zin aangepast en hiermee komt er een einde aan een hele reeks geschillen. Tot zolang deze belastingvermindering blijft bestaan want sinds aanslagjaar 2015 zijn het alleen nog de uitgaven voor dakisolatie die recht geven op een belastingvermindering voor energiebesparende uitgaven.
Beroepskosten - eenjarigheidsbeginsel
Een Vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg te Aarlen van 28/10/2015 gaat over een Luxemburgse vennootschap die op 18 december 2008 een overeenkomst inzake ‘intellectuele prestaties in verband met advies rond bescherming tegen corrosie en preventief onderhoud’ had gesloten. De overeenkomst bepaalde dat de prestaties die worden uitgevoerd door de Luxemburgse vennootschap maandelijks, tweemaandelijks of zelfs zesmaandelijks worden gefactureerd. In 2010 werden honoraria betaald en afgetrokken van de belastbare grondslag. De factuur werd opgemaakt op 6 januari 2010 hoewel de prestaties geleverd werden in oktober, november en december 2009 voor een bedrag van 30.000 EUR.
De belastingadministratie verwierp die uitgave, aangezien ze in 2009 had moeten zijn afgetrokken. Het geschil berust op het volgende meningsverschil: heeft de belastingplichtige de keuze om kosten af te trekken hetzij in het jaar waarin ze werden betaald, hetzij in het jaar waarin ze zeker en vaststaand zijn geworden. Aangezien het fiscale recht geen enkele afwijkende bepaling bevat inzake de boeking van een schuld moet het boekhoudkundige recht worden toegepast. Daaruit volgt dat de schuld op fiscaal vlak moet worden afgetrokken zodra ze zeker en vaststaand is, aangezien ze op dat moment reeds dient te zijn geboekt. De verwerping als beroepskost is dus terecht.
Daarom geven wij onze klanten hierbij als boodschap mee om altijd tijdig de documenten te bezorgen aan de boekhouder.
Nieuw Douanewetboek in werking
Sinds 1/05/2016 is het ‘Communautair Douanewetboek’ vervangen door het nieuwe ‘Douanewetboek van de Unie’. De nieuwe wetgeving zorgt voor enkele drastische wijzigingen maar er worden voldoende overgangsbepalingen voorzien. Hierdoor hebben de lidstaten en de douanediensten tijd tot 2020 voor de nodige aanpassingen. Een bespreking van deze complexe materie valt buiten het doel van onze nieuwsbrief maar indien nodig informeren we u graag verder.
Onze nieuwsbrieven geven een stand van zaken weer en zijn louter informatief. Deze informatie mag niet als juridisch of fiscaal advies of advies van om het even welke aard worden beschouwd.