Nieuwsbrief 2018-02
/sites/default/files/nieuwsbrief%202018.02.pdf
Nieuwe drempels vermindering sociale bijdragen zelfstandigen
De ministerraad keurde op 23 november 2017 een wetsontwerp goed over een vermindering van voorlopige sociale bijdrage voor zelfstandigen.
Sinds de bijdragehervorming in 2015 betaalt de zelfstandige eerst een voorlopige bijdrage op zijn inkomsten van drie jaar geleden. Wanneer het inkomen van het jaar zelf gekend is, volgt er een eindafrekening. In de loop van het jaar kunnen de voorlopige bijdragen aangepast worden aan het geschatte inkomen.
Op dit moment kan een zelfstandige in hoofdberoep maar kiezen uit twee schalen als hij of zij de voorlopige bijdragen wil laten verminderen. Het wetsontwerp verhoogt dit aantal naar zes schalen.

(1) bedrag mee afhankelijk van sociaal verzekeringsfonds
Op die manier kunnen zelfstandigen hun voorlopige bijdragen beter afstemmen op de realiteit. De vorige schalen zorgden er soms voor dat er ondanks een aanzienlijk lager inkomen in een bepaald jaar (voorbeeld: geschat inkomen: 27.000 EUR – basis voorlopige bijdragen: 80.000 EUR) toch geen verlaging kon aangevraagd worden.
De inwerkingtreding van deze nieuwe drempels is voorzien voor de bijdragen vanaf het eerste kwartaal van 2018.
Personenbelasting naar aanleiding van aankopen in het zwart
Het is even geleden dat we in onze nieuwsbrief nog eens rechtspraak hebben aangehaald. Een Arrest van het Hof van Beroep van Brussel van 23.05.2017 is interessant genoeg om even te behandelen.
Op het moment van de feiten baatte een zelfstandige een restaurant uit. Op 16 maart 2016 kwamen belastingambtenaren langs op de uitbatingszetel. De belastingcontrole vloeide voort uit verkregen informatie over een leverancier die facturen voor ‘verkoop winkel particulier’ had geboekt terwijl die op naam van de klant-restauranthouder stonden. Die facturen werden voor het jaar 2001 dus aangetroffen bij de leverancier maar tijdens de controle ter plaatse werd vastgesteld dat ze door die laatste niet waren geboekt.
Er werd een overeenkomst ondertekent als akkoord met een vermeerdering van de omzet voor de jaren 2001 en 2002 met toepassing van een belastingvermeerdering van 10 %. De restauranthouder beweert later dat het akkoord een ‘feitelijke en juridische vergissing’ betekent voor wat het jaar 2002. Hoewel de belastingambtenaar heeft aangetoond dat er voor het jaar 2001 aankopen in het zwart zijn gebeurd, beschikte hij over geen enkel element dat kan aantonen dat dezelfde inbreuk zou zijn begaan in de loop van het jaar 2002. De belastingambtenaar heeft de rechtzetting van de omzet van het jaar 2002 dan ook uitsluitend gebaseerd op de rechtzetting van de omzet voor het jaar 2001
Het is aan de restauranthouder om te bewijzen dat hij het akkoord niet vrijwillig heeft ondertekend. Zelfs al is dat gebeurd uit vrees voor extra problemen en voor het risico op grotere rechtzettingen dan die welke hem door de belastingambtenaar zouden zijn aangekondigd. Hij levert echt niet het minste bewijselement van het bestaan van een dergelijke dwang door het gedrag van de belastingambtenaren tegenover hem. De Belgische staat merkte op dat de boekhouder van die laatste aanwezig was tijdens de controle ter plaatse toen het akkoord werd ondertekend. Dit zou het risico verkleinen om in te gaan op de dwang van de belastingambtenaar.
Dit arrest gaat over een betreurenswaardige werkwijze die effectief gebruikt wordt door sommige belastingcontroleurs: dreigen met boetes of om ‘verder te gaan’ als er geen akkoord wordt ondertekend onder de opgelegde voorwaarden. Zoiets lijkt ons alleen te bewijzen via opname van de gesprekken tijdens de belastingcontrole.
Onze nieuwsbrieven geven een stand van zaken weer en zijn louter informatief. Deze informatie mag niet als juridisch of fiscaal advies of advies van om het even welke aard worden beschouwd.